Wanneer bent u volgens de WIA arbeidsongeschikt?

Bij ongeschiktheid tot werken gaat het UWV uit van “het op medische gronden naar objectieve maatstaven gemeten niet kunnen of mogen verrichten van de in aanmerking komende arbeid” .

Dit betekent concreet dat het UWV alleen met medisch wetenschappelijk erkende aandoeningen rekening houdt.

Wat doet de verzekeringsarts?
De verzekeringsarts van het UWV bekijkt of uw klachten te maken hebben met een erkende aandoening of ziekte. Verder stelt hij vast welke beperkingen dat opleveren. Deze beperkingen verwerkt hij in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML). Heeft u klachten die wetenschappelijk niet als ziekte of aandoening worden erkend, dan leveren deze klachten in principe geen arbeidsongeschiktheid op. Soms neemt de verzekeringsarts toch beperkingen aan als hij de klachten wel aannemelijk vindt. Vaak leidt dat dan niet tot een arbeidsongeschiktheidspercentage hoger dan 35%, zo komt iemand dan niet voor een WIA uitkering in aanmerking.

Wat is een FML?
Een FML is een lijst waarop de verzekeringsarts aangeeft wat u nog wel en niet meer kan. Ook geeft hij op de lijst aan of hij vindt dat die situatie duurzaam (blijvend) is. Op de FML staan zes onderdelen:

  • persoonlijk functioneren
  • sociaal functioneren
  • werkplek
  • bewegen
  • statische houdingen

Wat doet de arbeidsdeskundige?
De arbeidsdeskundige bekijkt daarna welk werk u theoretisch nog kan doen en hoeveel u daarmee kunt verdienen. Het werk dat u nog kunt doen wordt gekoppeld aan functies. In een database met beroepen (het Claimbeoordelingssysteem, CBBS) bekijkt de arbeidsdeskundige welke functies u met uw beperkingen nog kunt doen. Het UWV houdt er geen rekening mee of u dat werk ook werkelijk kunt vinden. Daarom is het ook een theoretische beoordeling. Lukt het niet om drie functies te vinden, dan bent u volledig arbeidsongeschikt. Bij meer dan drie functies, neemt de arbeidsdeskundige de functies met de hoogste loonwaarde.

Naast een theoretische bestaat ook de zogenaamde praktische schatting. Bent u op het moment van de UWV keuring weer aan het werk en dat werk levert geen problemen op met uw beperkingen en past bij uw belastbaarheid? Dan neemt de arbeidsdeskundige dat werk mee in de beoordeling. Verdient u met dit werk meer dan u volgens de theoretische schatting kan verdienen? Dan wordt bij het vaststellen van het arbeidsongeschiktheidspercentage uitgegaan van deze arbeid.

Hoe berekent het UWV het arbeidsongeschiktheidspercentage?
Het UWV kijkt naar uw restverdiencapaciteit. Dat is wat u nog kunt verdienen met uw lichamelijke of psychische beperkingen. Verder kijkt het UWV naar wat u zou verdienen als u niet arbeidsongeschikt was geworden. Dat is meestal het loon wat u verdiende voordat u ziek werd (het maatmanloon). Het verschil of inkomensverlies levert het arbeidsongeschiktheidspercentage op. De formule is als volgt: maatmanloon min restverdiencapaciteit x 100% gedeeld door het maatmanloon = het arbeidsongeschiktheidspercentage. Meer lichamelijke of psychische beperkingen betekent dus niet automatisch een hoger arbeidspercentage. De WIA gaat uit van inkomensverlies. Hoe groter het inkomensverlies, hoe hoger het arbeidsongeschiktheidspercentage, en hoe eerder iemand in de WIA komt. Dat houdt inderdaad in dat mensen met een hoger inkomen eerder een WIA uitkering krijgen.

Wat zijn mogelijke gevolgen van een herbeoordeling WGA loongerelateerde uitkering?

Stel u heeft een WGA loongerelateerde uitkering op grond van 100% arbeidsongeschiktheid die binnenkort afloopt en u krijgt voor de einddatum een herbeoordeling.

Welke uitkomsten zijn bij een herbeoordeling denkbaar?

Globaal gaat het om vier mogelijke uitkomsten:

  • IVA-uitkering
  • 80-100%
  • 35-80%
  • Minder dan 35%

Een IVA-uitkering krijgt u alleen als u volledig én duurzaam arbeidsongeschikt bent. Dat is niet snel het geval. De verzekeringsarts moet dan vinden dat u geen of weinig kans op herstel van uw belastbaarheid heeft. Wanneer mogelijk wel IVA? Denk aan een progressief of stabiel ziektebeeld zonder behandelmogelijkheden. Zijn er nog wel behandelmogelijkheden, dan is de vraag wat het doel van de behandeling is en of verbetering van de belastbaarheid te verwachten is? Bijvoorbeeld een behandeling alleen gericht op verbetering van de levenskwaliteit of levensverlenging leidt niet tot verbetering van uw belastbaarheid. U zou dan mogelijk wel in aanmerking komen voor een IVA uitkering.

Blijft u 80-100% arbeidsongeschikt, dan verandert uw WIA-uitkering niet.
Wordt u 35-80% arbeidsongeschikt verklaard, dan geldt voor u een uitlooptermijn van vierentwintig maanden. Vierentwintig maanden na de beslissing ontvangt u dan een lagere uitkering. U krijgt dan ook te maken met een vastgestelde restverdiencapaciteit.  De restverdiencapaciteit is het bedrag dat u met uw beperkingen theoretisch nog kunt verdienen. Bij het vaststellen van de restverdiencapaciteit gaat de arbeidsdeskundige uit van de middelste loonwaarde van de drie geduide functies. Dit bedrag vergelijkt hij met uw maatmanloon (uw oude inkomen). Het verschil bepaalt uw arbeidsongeschiktheidspercentage. De restverdiencapaciteit speelt een rol bij de hoogte van uw uitkering.
Wordt u <35% arbeidsongeschikt verklaard, eindigt uw uitkering twee maanden en één dag na die beslissing.

Bent u 35-80% arbeidsongeschikt en krijgt u tegen het einde van uw loongerelateerde uitkering een herbeoordeling? Ook u krijgt te maken met de vier mogelijke uitkomsten. Blijft u 35-80% arbeidsongeschikt ? Dan krijgt u na afloop van de loongerelateerde uitkering meteen te maken met het voldoen aan de restverdiencapaciteit.

Heeft u meer vragen over Sociaal zekerheidsrecht, neem gerust contact op