Kan mijn kind uit huis worden geplaatst?
De raad voor de kinderbescherming kan de kinderrechter vragen uw kind uit huis te plaatsen. Dit is alleen mogelijk als er al een OTS is of gelijk met een OTS-verzoek. De reden van zo’n verzoek is dat de hulpverlening vindt dat er een bedreigende thuissituatie is of de ontwikkeling van uw kind in gevaar is. Een uithuisplaatsing betekent dat uw kind tijdelijk ergens anders gaat wonen, zoals een pleeggezin of tehuis. De uithuisplaatsing is maximaal 1 jaar. Wel kan de rechter de uithuisplaatsing telkens met 1 jaar verlengen tot uw kind 18 jaar is.
Kan mijn kind ook iets zeggen tijdens de OTS en UHP-zittingen?
Bij OTS en UHP-zittingen krijgen kinderen vanaf 12 jaar een gesprek met de kinderrechter. Hierin kan uw kind vertellen wat hij of zij ervan vindt. Kinderen vanaf 12 jaar en ouder kunnen ook vragen om stopzetting van de OTS/UHP-maatregelen en aanwijzingen van de voogd. Soms vraagt de kinderrechter ook naar de mening van kinderen jonger dan 12 jaar maar dat hoeft niet.