Een nieuwe relatie, wel of geen gezamenlijke huishouding?
Een verandering in de leefsituatie kan ongemerkt gevolgen hebben voor een uitkering. Bijvoorbeeld u heeft een uitkering voor een alleenstaande en u leert iemand kennen met wie het klikt. U ziet elkaar steeds vaker en uw levens raken geleidelijk meer met elkaar verweven. Moet u deze situatie melden? Waar ligt het omslagpunt dat er sprake is van een gezamenlijke huishouding?
Voor de bijstand geldt bij een gezamenlijke huishouding dat het gaat om twee personen, die hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en voor elkaar zorgdragen.
Hoe zit het bij het aanhouden van de eigen woning? Kunnen mensen die niet samenwonen ook een gezamenlijke huishouding hebben met gevolgen voor de uitkeringsnorm? Ja, dat kan. Alle omstandigheden tellen mee. Bijvoorbeeld waar iemand zijn persoonlijke spullen heeft en administratie? Dus er is veel grijs gebied. In 2015 heeft de Hoge raad wel enige verduidelijking gegeven: er is geen hoofdverblijf in dezelfde woning, als twee personen drie dagen bij de één en drie dagen bij de ander verblijven. De mensen zijn dan de meeste tijd – vier dagen per week- in hun eigen woning.
Wat wordt bedoeld met voor elkaar zorgdragen?
In ieder geval is niet belangrijk dat er wel of geen liefdesrelatie is. Wel of mensen samen de kosten dragen en/of voor elkaar zorgen, zoals voor elkaar koken, wassen, oppassen op de kinderen en klussen doen in huis. Hele duidelijke regels ontbreken en veel hangt dus af van de persoonlijke situatie. Het moet in ieder geval gaan om zorg van enige omvang, dat wil zeggen dat de wederzijdse zorg een zekere frequentie moet hebben en het niet alleen gaat om sociale activiteiten. Bijvoorbeeld heel af en toe de afwas doen voor de ander of een keer de hond uitlaten of af en toe bij elkaar eten is niet voldoende om een gezamenlijke huishouding aan te nemen.